Inmiddels waren we bekend met het ontbijt in Spanje, dus op donderdag hadden we alvast eieren met spek ingeslagen. Om halfzeven ging de wekker en Ryan en Franz vlogen uit de veren. Luke begon onder luid gefluit, waarschijnlijk om zichzelf wakker te houden, in de keuken het ontbijt klaar te maken. Ron en ik konden maar moeilijk het bed uitkomen. ’s Nachts had ik Ron nog proberen te tackelen toen hij in mijn ogen de verkeerde kant op liep naar de wc. Ik was zeer vasthoudend en tackelde laag op de enkels, maar Ron ging toch de goede kant op.

Om kwart voor acht rijden we met een volle maag weg uit Benasque. Ryan die als eerste het stuur neemt probeert de magen van de leden van de praatgroep die tot diep in de nacht hebben vergaderd uit op de slingerwegen door de Pyreneeën. Tijdens de eerste stop bij een groot tankstation worden we vreemd aangekeken. Op de toiletten begrijpen we waarom, onze gezichten zijn donkerbruin met hier en daar de eerste scheuren van de huid, waardoor de roze onderliggende huid zichtbaar is.

Franz belt in de auto Alice op met de vraag of zij hem op kan halen. Dat is goed, maar dan wel na ER. Ingrid wil Ron ook wel ophalen, maar dan niet voor halftwaalf. Luke is vrijgezel dus die zit goed, even als Ryan die alleen thuis is. Alleen Sandy schijnt echt blij te zijn, want als ik haar bij Antwerpen vertel dat het nog drie uur rijden is, dan gelooft ze daar niets van en zegt geprikkeld dat het maar anderhalf uur rijden is vanaf Antwerpen. De jongens nemen me lekker in de maling na een klein dutje. Kortom de dames zijn weer blij ons te zien.

Franz en Ryan brengen ons allen weer veilig thuis en om kwart over tien ’s avonds arriveren we bij de club. Peter Bakker, goed gastheer als hij is, schenkt ons meteen een biertje in. We praten nog wat na met de Smugglers die niet mee waren en nemen afscheid met de gedachte dat deze reis zeker voor herhaling vatbaar is, volgend jaar willen we weer.

Ronald

< donderdag