De kapper

 

Eén keer in de zes weken kwam een dame bij mij thuis om mijn haar eens flink onder handen te nemen. Het liefste liet ik het bijknippen, maar er ging  alleen maar vanaf. Toen de kapster aan het zwangeren raakte belde ik gewoon de volgende, die op haar beurt ook weer zwanger werd, overigens buiten mijn bemoeienissen om. De dames lieten vervolgens niets meer van zich horen. Dat kan ik me ook wel voorstellen, bij mij valt weinig beroepseer te halen, zeker nu het verwijderen van de haren in de oren en het bijscheren van de wenkbrauwen meer tijd kost dan het feitelijke coupeknippen. Soms had ik het idee dat ze achter mijn hoofd wat in de lucht stonden te knippen, omdat ze hun koffie nog niet op hadden.

Naar de volgende kapster maar weer. Deze dame knipte in haar eigen bijkeuken en in de spiegel zag ik dat er werkelijk wel wat werd weggeknipt. Naar de deskundige mening van mijn meisje was het echter verknipt. Anderen om mij heen zagen het niet, maar ik moest toch echt eens naar een echte kapper gaan. Moppie is zelf lovend over Maurice. Maurice is de eigenaar van Pierot in Haarlem. Maurice knipt bij de verschillende tv-programma’s dus kan zijn handjes wel laten knipperen. En zijn kassa-lade laten klapperen, want moppie verdwijnt ’s ochtends met de buuf en komt vlak voor het avondeten weer terug, een kleine midweek Centerparcs armer.

Na jaren dus weer een afspraak bij de kapper. Bij binnenkomst komt meteen een dame op mij afgelopen om mij afspraak na te lopen. “A, je komt voor Maurice.”
“Exact.” Vervolgens wordt ik doorgeleid en met een bak koffie op de bank gezet. Kapster huppelepup: “Maurice heeft nog drie dames in de wacht. Wilt u per sé door Maurice geknipt worden? Of mag Suzanne (maakt gebaar naar de knipster naast haar) u ook knippen?”
“Het maakt mij niet uit.”
Samen met Suzanne loop ik naar de wascabine, waar zij lekker mijn drie hoofdharen in de shampoo zet. We praten wat heen en weer waarop Suzanne op een gegeven moment zegt: “O, bent u hier nog nooit geweest. Nou dan zal ik u straks een rondleiding geven.”
“Ik ben benieuwd”, lach ik.
Na de rondleiding begint Suzanne driftig van de knipper de knip. De gel die ik heb is natuurlijk niet goed. Zij heeft een soort cement die veel beter is.

Met een moderne coupe rijd ik naar huis. Moppie: “Ja je ziet toch wel het verschil, hoor.”
’s Avonds op de rugby valt niemand het op en wanneer ik de volgende dag mijn eigen gel over mijn drie haren verspreid zie ik zelf ook het verschil niet meer. Maandag op mijn werk valt de nieuwigheid ook niemand op. Behoudens één persoon die vroeg: “Ben je naar de kapper geweest?”
“Kan je het zien?”
“Ja, je bakkenbaarden zijn korter.”

Ronald