Dinsdag 27 mei 2003 Ondanks het feit dat José veel betere koffie op tafel zet dan Taida, stelt ook hier het ontbijt niet veel voor. Met de koffie spoelen we de biscottes en het chocolade cakeje weg. Franz vertelt, niet zonder enige trots, dat hij heeft gepoept zonder zijn broek nat te plassen, iets wat gisteren niet lukte op de skitoiletten.
Om even over negen stappen we naar buiten voor een dagtocht naar Puerto de Christeau op 2577 meter. Refugio de Estós ligt op 1890 meter dus er moet flink geklommen worden. De lucht is op dit vroege uur nog beneveld, maar al snel komen de eerste zonnestralen. De tocht begint met wat vals plat, maar niet veel later lopen we door de sneeuw. Aan alle kanten komt smeltwater in stroompjes van de berg naar beneden. De kamaschen zorgen ervoor dat de broekspijpen in ieder geval droog blijven. We stappen flink door, maar nemen onderweg naar de top toch af en toe en rust. Het laatste stuk lopen we alleen maar door sneeuw tegen de helling op. Ron en Franz banen een weg door de sneeuw, Luke, Ryan en ik volgen op korte afstand en nemen om de vijftig stappen een korte adempauze.
De zon schijnt nu ongeremd door wolken op ons neer. Boven op de berg staat een flinke wind en terwijl we de lunch gebruiken zitten we met al onze kleding aan. Franz zit diep weggedoken in zijn poncho en ik heb zelfs mijn muts op. De droge worst en het restant brood van gisteren laten we ons goed smaken. Met een Fruitella als toetje en een nipje whisky uit Luke zijn heupfles ronden we de lunch af. Het landschap is zo ruig en indrukwekkend dat een ieder stil voor zich uit zit te kijken naar de omgeving.
Na de lunch, om halféén, besluiten we om met de afdaling te beginnen. In rustig tempo lopen we naar beneden, maar al snel trekt Luke zijn jas onder zijn billen en roetsjt naar beneden alsof hij op een slee zit. Franz en Ron volgen, maar omdat Ryan en ik geen lange jassen hebben nemen wij plaats op een pedaalemmer zak. Met een sneltrein vaart dalen Ryan en ik net als de anderen de berg af, met dien verstande dat wij beneden alleen nog een klein stukje droog kruis hebben en de sneeuw tot onze kraag onder onze jas door naar binnen is gekomen. Toch heeft een ieder de smaak te pakken en de afdaling gebeurt zoveel mogelijk met de alternatieve slee, af en toe wordt er zelfs extra geklommen om meer te kunnen sleeën.
Op de sneeuwgrens nemen we weer een rust. Uiteindelijk zijn alle kleren van iedereen aan de achterkant nat. Hier beneden in het dal staat er nauwelijks wind en de zon schijnt nog steeds. Ron en Ryan liggen in onderbroek te zonnen, terwijl hun kleren naast hen liggen te drogen.
We nemen het er van en meer dan een uur later dalen we met redelijk droge kleren verder af naar de refugio. Bij de beek kunnen Ron, Ryan en Luke het niet laten en nemen een frisse duik in de rivier. Een duik is misschien wat overdreven, maar de rivier bestaat dan ook alleen uit smeltwater.
De waard José was vandaag met paard en ezel naar het dorp om boodschappen te doen. Hij vertrok ’s morgens met tien grote gasflessen op de rug van de ezel. Bij aankomst bij de refugio bleek José al terug te zijn uit Benasque. Zijn eerste vraag aan mij was of het een mooie tocht was. Ik antwoordde met mijn duim omhoog; "Muy bien. Cinco cerveza?" "Si." Verder ging mijn Spaans niet maar er werd vriendelijk heen en weer gelachen. José toverde vijf blikken Amstel te voorschijn en wij gingen op het terras nog eens lekker in de zon zitten. Tijdens het gesprek werd weer veel gelachen. José was, en is misschien ook wel, een kerel die liever naar de jongens kijkt. Met een sjaaltje om zijn nek en zijn manier van praten wekte hij in ieder geval sterk de indruk. Eén van de opmerkingen was dat de ezel wel vrij zou zijn nu hij de hele dag met boodschappen had gelopen, wellicht dat José nu liever voor een stoere rugbyer ging. Ryan kwam in ieder geval al aardig op kleur met ontbloot bovenlijf.
Binnen nemen we voor het eten nog een enkel biertje en wanneer de tray Amstel leeg is wordt de San Miguel met gejuich ontvangen, wat José bevreemd. Luke; "Wij reizen niet 1.500 kilometer om bier te drinken dat om de hoek gemaakt wordt." Dat begreep José ook wel en wisselde het restant Amstel om voor San Miguel. Met José erbij nemen we de route van woensdag door. "Mucho nieve", zegt José meerdere malen, maar volgens hem is de route wel goed te volgen. Franz dekt te tafel, terwijl José de laatste hand aan het eten legt. Ondanks de twijfel over zijn sexuele voorkeur heeft hij zich zeker niet door de ontblote mannen laten afleiden van het koken. Hij zet ons wederom soep met brood voor, maar als hoofdmenu serveert hij heerlijke verse forel met doperwten en weet met een chocolade toetje ons stil te krijgen. Iedereen zit met een rood zeemleren hoofd aan tafel en dat wij nog wat te drinken nemen is alleen maar om te zorgen dat onze huid soepel blijft. Buiten wordt het kouder nu de zon achter de bergen zit. We spelen nog vlug een potje hartenjagen, maar liggen daarna al om 22.00 uur te slapen. Morgen moeten we namelijk om halfzeven op.
|
||||||||||