Nostalgie

 

Zaterdag 15 april 2006, een van de weinige warme dagen van de reeds in maart begonnen lente. De zaterdag voor Pasen en een dag van inslaan van de nodige fourage voor de op handen zijnde gourmet. ’s Middags brachten wij de middag door in de speeltuin in Santpoort-Noord, nog steeds begeleidt door een warm voorjaarszonnetje.

In deze speeltuin heb ik in mijn jonge jaren vele uren doorgebracht. Op nog geen vijf minuten van mijn ouderlijk huis gelegen stond ik woensdagmiddag om vijf voor halftwee al voor het hek te wachten tot opa (ik ben zijn naam kwijt, maar iedereen noemde hem opa) het hek kwam openen. Van uit de verte zagen we opa al aan komen fietsen en opa werd vol enthousiame onthaald. De gehele middag bracht ik door in de speeltuin, met het bouwen van zandkastelen, het graven van tunnels, het openscheuren van mijn broek aan de hoge glijbaan, aan de draaimolens te draaien tot ik er misselijk van werd en natuurlijk de schommels. Pas als opa het hek om vijf achter zich dicht trok liep ik naar huis.

Afgelopen zaterdag herkende ik niets meer van de speeltuin waar ik alweer bijna dertig jaar geleden hele middagen zoet was. De zandbank zat nog ongeveer in dezelfde hoek, maar de glijbanen, schommels en draaimolens waren vervangen door moderne houten gebouwen met halve survival netten en bruggen er tussenin. Wel was er nog steeds een kabelbaan, maar draaimolens en schommels kon ik bijna niet vinden. Gelukkig waren de schommels die aan stalen stangen waren opgehangen vervangen. Als je flink vaart maakte dan kon je compleet ondersteboven met de stangen de dwarsligger waar de schommel aan opgehangen was raken, zodat je met een extra harde swing terugklapte. Mijn maag draait al om bij de gedachte om mijn kleine jongen zulke halsbrekende toeren te zien uithalen.

Bij het loket haalde we zaterdag koffie en chips, ook iets wat er vroeger niet was. Als het heel warm was kregen we een wit plastic bekertje met limonade, maar of we daar voor moesten betalen weet ik niet. Misschien dat opa zelf een fles grenadine mee nam of dat we daar iets voor moesten betalen, ik heb geen idee. Het leven leek zo eenvoudig als jochie van acht of negen. De hele middag ravotten in de speeltuin. Bij schaafwonden veegde je het zand eraf, de tranen uit je ogen en opa spoot uit een tubetje van dat gele poeder op de wond en je was weer genezen. Als ik mijn ogen open en zie dat Jelle, net zo onbevangen als ik destijds, speelt dan denk ik, waar is het kind in mij gebleven?

Ronald